Literatuurwetenschap: Theorieën
0.0 / 5
- Created by: 12chakie
- Created on: 04-08-14 11:49
Cultural Turns
- paradigmaverschuiving of vernieuwing van denkpatroon in literatuur- en cultuurwetenchap
- reeks van innovaties
- of: heeft cultuurwetenschap de plaats van literatuurwetenschap ingenomen?
- interdisciplinair
- tendes van cultuurwetenschap tot pluarlismus, critische zelfreflectie en (inter-) cultureel inordening van eigen theorie
- verniewing van cultuurwetenschappen (bv. door vaktaal vastgelopen)
- kritiek: volgt een denkpatroon op het ander en verwijdert wat er voorheen was?
- kunnen zij naast elkaar bestaan?
- mainstream? wedstrijd?
1 of 27
Linguistic turn
- 'mega turn'
- fundamenteel voor alle anderen turns
- ontwikkelte zich in taalwetenschap
- 1967 door Richard Rorty bekend geworden
- alles denken is talig - er is geen denken zonder taal > realiteit = taal
- analyse van realiteit is altijd door taal 'gefiltert'
- realiteit is mensengemaakt (want betekenis is mensengemaakt)
- gaat terug op Ferdinand de Saussure (1916)
- systeem van differencies (identiteit door afbakening en verschil)
- (maar ook Jaques Derrida, Roland Barthes, Ludwig Wittgenstein)
2 of 27
Interpretative turn
- heeft zich 1970 in de cultuurwetenschap voltrokken
- "cultuur als tekst"
- cultuurbegrip heeft belang van sociaalsystematieken verdringt
- culturele coderingen, cultuur als betekenisproducent
- niet meer instituties, wetten en systemen centraal
- maar indiviuus, details en interpretaties
3 of 27
Performative turn
- praktische kant van cultuur centraal
- handelingen, inscenerigen
- menselijk gedraag als 'performance': publiek presentation of het zelf, REPRESENTATION
- "cultuur als performance"
- process-begrip in plaats van structuur-begrip
- tegen binaire opposities
- context van een mens erg belangrijk
- interpretative turn te veel op tekst geconcentreerd
- performative turn let meer op handeling, performance
4 of 27
Reflexive turn / Literary turn
- wetenschappelijke teksten over andere culturen zijn altijd door rhetorieke en narratieve tradities van de eigen cultuur bepaald
- zelfreflexie
- *** wordt kennis of ervaring tekst?
- 'cirsis van de representaties'
- tegenin empirie; maakt deel uit van een postmoderne keerpunt
5 of 27
Postcolonial turn
- in context van kolonialisatie, dekolonialisatie en neokoloniale tendensen
- post = na (chronologisch)
- maar ook nieuw vormen en doorwerking van kolonialisme!
- niet taal of tekst centraal, maar cultuur (zoals ook 'class, race en gender')
- kritiek op eurocentrisch denken
- nog altijd 'othering' > nieuwe analysecategorien nodig
- waarneming van zelf (zelfrepresentatie)
- en ander (andere (tot nu toe marginaliserde) culturen en hun literatuur)
6 of 27
Translational turn
- omgang met cultuurcontact, culturele verschillen
- vertaling niet meer philologisch-linguistisch maar cultuurwetenschappelijk
- vertaling van en tussen culturen
- ook belangrijk voor handelen in een complexe levenswereld
7 of 27
Spatial turn
- rond het eind van 1980
- Frederic Jameson "Always spatialise!"
- doet beroep op geografisch ruimte
- postmodern, want niet meer allein tijd van belang (gelijktijdingheid!)
- ruimte als sociaal construct niet alleen diskursproblematiek
- kritiek op eurozentrisme, belang van macht
8 of 27
Pictorial turn / Iconic turn
- tegen dominantie van taaligheid
- analyse van beelden, visuele medien
- rond 1992/4
- J.T. Mitchell: nieuwe waardering voor denken over beelden, denken onder behulp van beelden > pictorial turn
- Gottfried Boehm: voor een algemeen beeldwetenschap > iconic turn
- bereiding voor visuel turn
9 of 27
Material turn
- belang van materiele cultuur
- objectonderzoek
- Wat zeggen tegenstanden over een cultuur, wat voor betekenissen transfereren ze?
- toewending tot empirie
10 of 27
Auteur
- auteurintentie
- ook de lezer produceert betekenis
- Wayne Booth "The Rhetoric of Fiction" 1961 > de impliciete auteur
- Roland Barthes "La mort de l'auteur" 1968 > de auteur is dood
- M.H. Abrams > poëtica: stelsel van normatieve opvattingen over aard en functie van literatuur
- werkintenre vs. werkexterne poëtica
- Stötemann en Van Den Akker:
de mimetische poëtica: poging om getrouw afspiegeling van de wereld te geven
de expressieve poëtica: uitdrukking van de gevoelens of gedachtens van de auteur
de pragmatische poëtica: effect teweegbrengen bij lezer
de autonimistische poëtica: literair kunstwerk op zich van belang
- auteursfunctie: de auteur als functie die het mogelijk maakt over zijn teksten te spreken
11 of 27
Hermeneutiek
- studie van interpretatie
- de hermeneutische cirkel
- betekenis van een woord is afhankelijk van context
- maar je kan nooit alle toepassingen kennen
- specifieke betekenis ↔ algemene betekenis
- Schleiermacher: reconstructie van individuele betekenis van tekst
- Dilthey: verschijnsel niet verklaren maar betekenis verstaan
- Heidegger: fenomenologie: directe ervaring van fenomenen, streeft naar exacte beschrijving, los van interpretatie
- Gadamer:
- verschil tussen positie van interpreet en positie van tekst (horizonnen)
- volledige reconstructie van horizon van auteur is een illusie
- interpretatie is confrontatie met horizonnen lezer en auteur
- horizon van lezer is interpretatiekader
- interpretatie is nooit af! (Wirkungsgeschichte van een tekst)
12 of 27
Ideologie
- Marxs en Engels: ideologie = wijdverspreide en abstracte geheel van opvattingen en overtuigingen waarmee we voor onszelf een voorstelling maken van de wereld vals!
> ideologie als vals bewustzijn
- machtsverhoudingen worden geïnternaliseerd > reproductie van conditites
- macht werkt vanuit bovenbouw op onderbouw
- kunst kan mensen bewust maken van hun situatie
13 of 27
Discours
- 'discoursiv formations' > discours
- er bestaat geen wereld buiten de discours alleen maar waarheidseffecten
- het subject is een historisch en cultureel bepaald constructie
- auteur:
- schrijver neemt een uitzonderingspositie in (buiten discours, ideologie)
of
-
- taalgebruik is altijd ideologisch/discoursief bepaald (schrijfer binnen discours, ideologie)
- moderne positie van vele theortici:
Literatuur kan niet los worden gezien van sociaaleconomische condities en krachtsverhoudingen, maar macht is ook niet overal en werkt niet op alles in.
- kritiek: literatuurwetenschapper is zo 'intellectueel' dat hij erdoorheen ziet?
14 of 27
Structuralisme
- 1950-1970, uit FR
- menselijke cultuur beschrijven als 'taal' en tekensysteem
- de Saussures ideëenals model
- gericht op structuur
- ordening van afzonderlijke elementen in een coherent en stabiel geheel
- binaire opposities als basiselementen van structuur
- syntagma en paradigma (semitotiek)
- langue en parole (taaltheorie)
- bipolaire structuur van taal metafoor/metonymie
- belangrijk voor semiotieken de ontwikkeling van denarratologie
- kritiek: antihumanistisch want op systemen niet op individus gericht
15 of 27
Liberal humanism
- literatuur en cultuur als beschaafend en mens en maatschappij verheffend
- civiliseerende rol van religie nu in literatuur
- een vertegenwoordiger: Matthew Arnold (1822-1888)
- "Culture and Anarchy" 1869
16 of 27
New Criticism
- een formalistische school (vanuit VS en Groot-Britannië)
- 1930-1950
- teksten als autonome literaire kunstwerken, eenheid en afgeslotenheid van tekst
- belang van literaire, poëtische taal
- idee: het nauwkeurige lezen van individuele teksten, los van hun cultuurhistorische context als belangrijkste bezigheid van literatuurwetenschappers > close reading
- beschrijven van de esthetische kwaliteiten van een werk met speciale aandacht voorcomplexiteit, ambiguïteit, ironie en het samenspel van vorm en thematiek, met name in poëzie
17 of 27
Formalisme
- kwam vanuit Rusland en Tsjechië
- 1915-1930
- gericht op formale kenmerken van teksten
- deautomatiserende functie van kunst (dus ook literatuur)
- Boris Eichenbaum (1886-1959) en Viktor Sjklovski (1893-1984)
- kritiek: veronderstelt een bepaald soort mens (blank, heteroseksueel, mannelijk)
- spreekt waardeordelen uit (Alleen literatuur met een vervreemdingseffect is goed)
18 of 27
Narratologie
- voortgekomen uit de verhaaltheorieën van de formalisten en de structuralisten
- er wordt gekeken naar structuur van verhalen, relaties tussen hun thematiek en defuncties die de verhalen voor groepen lezers vervullen
- geïntegreerd in feministische literatuurkritiek, mediastudies en postkoloniale literatuurkritiek
19 of 27
Poststructuralisme
- rond 1960
- theory revolution, linguistic turn
- o.a. deconstructie, discoursanalyse, postkolonialisme, gendertheorie
- politieke en ideologische dimensie van taalgebruik
- betekenis ligt niet vast maar is dynamisch
- kritiek op binaire opposities en essentialisme
1. theorie heeft altijd een pragmatische kant
2. theorie heeft een retorische, esthetische en 'literaire' component
3. theorie is dynamisch 'travelling theory'
- Jaques Derrida (1930-2004)
- Roland Barthes (1915-1980)
- Julia Kristeva (geb. 1941)
- Judith Butler (geb. 1956)
- Edward Said (1935-2003)
- Homi Bhabha (geb. 1949)
20 of 27
Gender studies
- gender als sociale constructie
- binaire oppositie: man(nelijkheid) - vrouw(elijkheid)
- 'vrouwelijkheid' als patroon van onderdrukking en uitbuiting van de vrouw > vrijheid, autonomie
- tegenstelling lichaam - geest
- niet genderneutraal > man / geest - vrouw / lichaam
- de sociale en culturele context stuurt en kleurt literatuur
- maar: ook literatuur brengt culturele betekenis van gender teweg !
Feministische literatuurkritiek (deel van gender studies)
- rond 1960
- gericht op constructie van seksuele identiteit
- Simone De Beauvoir (1908-1986)
- Judith Butler (geb. 1956)
21 of 27
Postkoloniale literatuurkritiek
- sinds 1980 van belang
- literaire teksten als dragers en 'makers' van culturele waarden, als bemiddelaars in de constructie van culturele identiteit en ook als bemiddelaars tussen verschillende culturen
- verhouding literaire teksten en concrete historische, politieke en culturele contexten!
- deconstructie van koloniale discoursen en eurozentrisch denkbeelden
- begrip problematisch want:
- post > voorbij
- maar ook: nieuwe vormen van kolonialisme: neokolonialisme
- overal hetzelfde (Azië, Afrikaa, India...) ?
- Edward Said: oriëntalism > orient als construct
- Homi K. Bhabha: zelf - ander > ambivalente verhouding verlangen - haat
22 of 27
New Historicism
- volgt op New Criticism, poststructuralisme en neomarxisme
- historische benadering
- vanuit Engelstalige literatuurwetenschap
- vanaf 1980
- belangstelling voor historische dimensies van literatuur en de relaties tussen teksten encultuurhistorische contexten
- bv. politieke macht in taaluitingen
- relatie tussen tekst en context als dynamisch en productief samenspel > met altijd kleine verschuivingen
23 of 27
Empirische literatuurwetenschap
- sinds 1980
- gedrag van lezers centraal
- ontleent methodes aan psychologie en sociologie
24 of 27
Semiotiek
- 1975-1990
- idee: de hele menselijke cultuur op systematische wijze in termen van betekenisproductiebeschrijven
- Saussures tekenleer als inspiratie
25 of 27
Stilistiek
- houdt zich bezig met de onderscheidenen kenmerken van het taalgebruik van individuele schrijvers
- benadert individuele stijlkenmerken via een nauwkeurige tekstanalyse
- ook met behulp van digitale zoekmethodes
- beïnvloed door formalisme en New Criticism
26 of 27
Receptie-esthetica
- vanaf 1970, DE
- vraagt aandacht voor de rol van de lezer
- teksten worden in relatie met de lezer geïnterpreteerd
- wat zijn de effecten op de lezer?
- vergelijk: empirische literatuurwetenschap, historische receptieonderzoek
27 of 27
Related discussions on The Student Room
Similar Other resources:
5.0 / 5 based on 1 rating
5.0 / 5 based on 1 rating
5.0 / 5 based on 1 rating
5.0 / 5 based on 1 rating
0.0 / 5
4.0 / 5 based on 1 rating
0.0 / 5
Comments
No comments have yet been made