Engels Grammatica H2 Tensen (Tijden) (5)

Ing-vorm (tegenwoordige tijd)

I am reading now.

am/is/are + ww + ing

• je bent iets aan het doen
• je bent iets van plan

Tijdsbepalingen

• now
• right now
• at the moment

Ing-vorm (verleden tijd)

I was listening to the teacher a few minutes ago.

was/were + ww + ing

• Je was iets aan het doen

Tijdsbepalingen

• yesterday
• ... ago
• when
• last year/week/month

Tegenwoordige tijd

I always eat toast, but she eats cereal for breakfast.

Hele ww
He/she/it --> ww + s

• wanneer je iets altijd/nooit of regelmatig doet (feit/gewoonte)

Tijdsbepalingen

• always
• sometimes
• often
• usually
• regulary
• every day
• each week

Verleden tijd

Yesterday I studied all night.
Last year I went to Spain. 

Regelmatig ww = ww + ed
Onregelmatig ww = 2de rij lijst onregelmatige ww

• wanneer iets vroeger gebeurd en afgesloten is

Tijdsbepalingen

• yesterday
• ...ago
• when
• last year/week/month

Voltooid tegenwoordige tijd

I have waited for two hours now.

has/have + voltooid deelwoord

• Iets is in het verleden begonnen en is nog steeds bezig/aan de gang

Tijdsbepalingen

• since
• for
• ever
• never
• still
• yet
• already
• lately
• so far

Voltooid verleden tijd

When they had watched the film they went home.

Had + voltooid deelwoord

• Twee handelingen die in het verleden plaatsvonden: 1ste handeling: past perfect
     2de handeling: past simple 

Toekomende tijd

I will see you tomorrow.
Shall I open the window?

I am going to walk the dog in a minute.

Will + hele ww
Shall in vragen met I/We

am/is/are + going to 

• wanneer iets gaat gebeuren in de (nabije) toekomst

Tijdsbepalingen

• tomorrow
• in 2025
• next week/month/year
• in a week/month/year